De geldigheid van Actiekader voor kolenmijn- en mijnregio's 2013-2018 markeerde een kritiek punt in de kolenindustrie in Spanje. Dit plan omvatte het beheer van de ordelijke sluiting van de sector en stelde economische hulp in om de gevolgen in de mijnbouwregio's te verzachten. Sinds de implementatie ervan is er veel discussie geweest over de vraag of steenkoolwinning een toekomst heeft in de energiemix van het land.
Context van het Actiekader
El Actiekader voor de mijnbouw Het maakte deel uit van een reeks pogingen van de regering om een rechtvaardige transitie voor werknemers in de industrie te garanderen, en tegelijkertijd in lijn te zijn met de milieuregels van de Europese Unie. Het plan omvatte specifieke maatregelen, variërend van vervroegde pensionering tot gedwongen ontslagen, naast de oprichting van een fonds om mijnbouwregio's te herindustrialiseren.
Met het einde van het Kader in 2018 nam de onzekerheid toe voor zowel werknemers als regio’s die afhankelijk zijn van de mijnbouw. Vakbonden als CCOO, UGT en USO eisten een verlenging of een nieuw plan waardoor de industrie na die datum behouden zou kunnen blijven.
De onderhandelingen met het Ministerie van Energie, vertegenwoordigd door Daniel Navia, draaiden om de mogelijke herstructurering van het plan. De vakbonden toonden echter sterke weerstand tegen een model dat de onmiddellijke sluiting van de mijnen bevoorrechte, zonder eerst een effectieve herindustrialisatie te garanderen.
Dit scenario genereerde uiteenlopende meningen, zowel in de politieke als in de zakelijke sector. Terwijl de Koninklijk besluit betreffende de sluiting van thermische centrales bedoeld was om de energietransitie naar hernieuwbare energiebronnen te bevorderen, zagen velen deze maatregel als schadelijk voor regio’s waarvan de economische dynamiek rond de steenkoolsector draaide.
Positie van de vakbonden
De vakbonden vooral UGT en CCOObenadrukte het belang van het behoud van een deel van de inheemse steenkool in de energiemix. Volgens hun verklaringen zou een abrupte sluiting betekenen het verlies van duizenden banen en een industrieel weefsel die op korte termijn nauwelijks vervangen kunnen worden.
La UGT betoogde dat "de inzet van de Europese Unie en nationale regeringen zich niet alleen moet richten op het sluiten van mijnen, maar op het in stand houden ervan en tegelijkertijd de herindustrialisering van mijnbouwregio's moet bevorderen."
CCOO van zijn kant verdedigde het standpunt dat de Nationale steenkool moet deel blijven uitmaken van de energiemix na 2018. Beide organisaties benadrukten het belang van het hervatten van projecten gerelateerd aan het afvangen en opslaan van CO2, een van de grootste doelstellingen op Europees niveau om vervuilende emissies terug te dringen.
Mechanismen voor de continuïteit van de sector
Vanuit de vakbonden en het Ministerie van Energie zelf werden de mechanismen besproken die konden worden geïmplementeerd om de levensduur van de mijnen en thermische centrales die afhankelijk zijn van nationale steenkool te verlengen. Onder de voorstellen werd voorgesteld om te promoten de opname van steenkool in de energiemix onder de criteria van “leveringsgarantie”..
Een van de meest opvallende voorstellen was het bevorderen van de ontwikkeling van Projecten voor het afvangen en opslaan van CO2, waardoor de uitstoot van broeikasgassen zou worden teruggedrongen en steenkool vanuit milieuoogpunt een haalbare optie zou blijven.
Bovendien werd de reactivering voorgesteld van alle mechanismen die de voortzetting van het gebruik van nationale steenkool in thermische elektriciteitscentrales mogelijk zouden kunnen maken, zolang deze maar voldeden aan de milieuregels van de Europese Unie.
Koolstofarm maken: het onvermijdelijke pad
Ondanks de inspanningen van de vakbonden om de levensduur van steenkool te verlengen, is de realiteit dat Het koolstofvrij maken is een gemeenschappelijke doelstelling in het mondiale energiebeleid. De Europese Commissie heeft samen met internationale organisaties de geleidelijke vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen bevorderd om te voldoen aan de afspraken van de Pact van Parijs en de opwarming van de aarde beperken.
Dit heeft geleid tot een intens debat over de maatregelen die genomen moeten worden om een “Gewoon transitie» dat geen schade toebrengt aan werknemers of steenkoolafhankelijke gemeenschappen. De Mondiale alliantie om steenkool te elimineren, evenals verschillende NGO's zoals Greenpeace, hebben er voortdurend op aangedrongen dat de sluiting van kolencentrales wordt versneld. In Spanje wordt verwacht dat in 2025 alle op steenkool gebaseerde elektriciteitscentrales inactief zullen zijn.
Bedrijven als Endesa en Iberdrola zijn al begonnen met het uitvoeren van deze sluitingen. Volgens een CCOO-rapport vertegenwoordigde het gebruik van steenkool ooit echter tot 60% van de CO2-uitstoot in Spanje, wat heeft geleid tot een sterke focus op hernieuwbare energiebronnen om deze afhankelijkheid te vervangen.
Gewoon transitieovereenkomsten
Als onderdeel van de overeenkomsten om de sluiting van mijnen en thermische energiecentrales te beheren, de zogenaamde Gewoon transitieovereenkomsten. Deze overeenkomsten zijn bedoeld om de sociaal-economische gevolgen van het koolstofvrij maken te verzachten, de werkgelegenheid te waarborgen en investeringen in duurzame projecten in de getroffen gebieden aan te moedigen.
Endesa, Naturgy en Iberdrola zijn enkele van de bedrijven die betrokken zijn bij deze overeenkomsten, die samen met de regering en de vakbonden zijn ondertekend. In deze documenten zijn toezeggingen opgenomen banen behouden, fabrieken ontmantelen en ecologisch het mijn- en fabrieksmilieu herstellen.
Een van de meest besproken maatregelen is de verhuizing van werknemers getroffen in aanverwante sectoren zoals hernieuwbare energie. Op dezelfde manier bevorderen deze overeenkomsten het creëren van werkgelegenheid bij het herstel van ecosystemen en de installatie van nieuwe energie-infrastructuur.
In sommige regio's van Asturië en León zijn zelfs al proefprojecten voor milieuherstel en de opwekking van schone energie van start gegaan.
De sluiting van mijnen en het einde van het gebruik van steenkool bij de opwekking van elektriciteit zijn een onvermijdelijke realiteit. De inspanningen voor een rechtvaardige transitie en de bescherming van werknemers en getroffen gemeenschappen markeren echter een hoopvol pad. De sleutel voor de komende jaren zal zijn het waarborgen van de ontwikkeling van duurzame industriële projecten die verloren banen kunnen vervangen en regio's die afhankelijk zijn van de mijnbouw positief kunnen transformeren.