Het Hooggerechtshof heeft opnieuw de elektriciteitshervorming goedgekeurd die de Popular Party tijdens de zittingsperiode 2011-2015 heeft gepromoot. Deze hervorming omvatte een radicale verlaging van de premies voor installaties voor hernieuwbare energie in Spanje, iets dat heeft geleid tot meerdere klachten en een juridische strijd die nog steeds gaande is. In een van zijn meest recente uitspraken, gedaan op 5 september, verwierp de rechtbank het beroep dat was ingediend door 25 fotovoltaïsche installaties in Castilla-La Mancha tegen de regelgeving van 2014, die hun winstgevendheid rechtstreeks aantastte.
Beperkt tot hernieuwbare energiebronnen en juridische controverses
Een van de belangrijkste kwesties die tot controverse heeft geleid, is de vraag of de wijziging in de regelgeving in strijd is met de beginselen van niet-terugwerkende kracht en rechtszekerheid, vastgelegd in de Spaanse grondwet. De getroffen fotovoltaïsche bedrijven voerden aan dat ze deze wetswijziging niet hadden kunnen voorzien, waardoor hun winstgevendheidsvoorspellingen voor de lange termijn waren vernietigd. Het Hooggerechtshof verwierp deze beschuldigingen echter en stelde dat de wijziging van de regelgeving, hoewel drastisch, deze principes niet schond.
De rechtbank baseerde zijn beslissing op de noodzaak om de wetten aan te passen aan de ‘economische omstandigheden’ van het land op dat moment, die gedeeltelijk voortkwamen uit het hoge tarieftekort dat zich in de elektriciteitssector had opgebouwd.
Dit tekort, dat een onhoudbaar niveau had bereikt, was een van de belangrijkste redenen die de uitvoerende macht van Mariano Rajoy ertoe aanzette deze veranderingen door te voeren. In feite hadden de aanpassingen in het vergoedingsregime voor hernieuwbare energie niet alleen betrekking op zonne-energiecentrales, maar hadden ze gevolgen voor de hele sector, inclusief warmtekrachtkoppeling en andere groene energie.
ICSID en het Energiehandvest
Een paar maanden vóór de uitspraak van het Hooggerechtshof heeft het arbitragetribunaal van het Internationale Centrum voor de Beslechting van Investeringsgeschillen (ICSID) een gunstige uitspraak gedaan aan buitenlandse investeerders in een zaak die verband hield met de Spaanse elektriciteitshervorming. In deze onderscheiding veroordeelde de ICSID Spanje om het bedrijf Eiser te compenseren met 128 miljoen euro vanwege de schending van het Energiehandvest.
Dit internationale verdrag, ondertekend in 1994, bepaalt dat regeringen moeten zorgen voor een eerlijke en rechtvaardige behandeling van buitenlandse investeerders in de energiesector. Het scheidsgerecht was van oordeel dat Spanje dit beginsel had geschonden door het premieregime voor hernieuwbare installaties radicaal te wijzigen, wat een aanzienlijke invloed had op de winstgevendheidsberekeningen die oorspronkelijk door investeerders waren gepland.
Ondanks deze internationale uitspraak zijn de Spaanse rechtbanken echter nationale wetswijzigingen blijven steunen. Volgens het Hooggerechtshof is de ICSID-uitspraak in zijn uitspraak van 5 september niet van toepassing in gerechtelijke procedures die worden afgehandeld onder Spaans recht en gemeenschapsrecht, aangezien deze middelen worden beheerst door nationaal recht.
Het tarieftekort als sleutelargument
Het tarieftekort van het Spaanse elektriciteitssysteem is een van de centrale punten geweest in het argument van de regering om de bezuinigingen op hernieuwbare energiebronnen te rechtvaardigen. Jarenlang waren de kosten van elektriciteitsopwekking en -distributie in Spanje hoger dan de inkomsten die elektriciteitsbedrijven via tarieven verkregen. Dit genereerde een geaccumuleerd tekort dat ten tijde van de hervorming ongeveer 26.000 miljard euro bedroeg.
De regering van Rajoy achtte het in 2013 essentieel om het systeem te hervormen om te voorkomen dat dit tekort blijft groeien. De oplossing die werd voorgesteld via Koninklijk Wetsbesluit 9/2013 was een radicale verandering in het vergoedingssysteem voor hernieuwbare energiebronnen. In plaats van de vaste premies die sinds 2006 werden toegekend, garandeerde het nieuwe systeem een redelijke winstgevendheid, berekend op basis van tienjarige obligaties plus een spread, waardoor de economische verwachtingen van producenten van hernieuwbare energie drastisch werden verlaagd.
Reacties van de producenten en de juridische strijd
De reactie van de producenten was onmiddellijk. Vanaf het begin werd de uitvoerende macht ervan beschuldigd rechtsonzekerheid te hebben veroorzaakt en de beginselen van legitiem vertrouwen en niet-terugwerkende kracht te hebben geschonden. Deze argumenten werden gepresenteerd in zowel nationale als internationale rechtbanken.
Op lokaal niveau gingen de getroffen faciliteiten in beroep bij het Hooggerechtshof en andere administratieve rechtbanken, met het argument dat veel van hen hun projecten hadden gefinancierd met langetermijnleningen, waarbij ze vertrouwden op de stabiliteit van de in 2007 geplande premies. centrales Bij fotovoltaïsche centrales werd de winstgevendheid teruggebracht tot bijna nul.
Op internationaal niveau wendden buitenlandse investeerders, onder de bescherming van het Energiehandvest, zich tot ICSID en andere arbitragemechanismen. Zoals we al vermeld hebben zijn er gunstige vonnissen geweest zoals die van Eiser, maar er zijn ook zaken geweest waarin internationale rechtbanken de vorderingen hebben afgewezen, zoals in 2016 gebeurde met de uitspraak in het voordeel van Spanje in de zaak aangespannen door Charanne BV .
Tegenstrijdige zinnen: dubbele standaarden?
Een van de meest controversiële kwesties is de schijnbare tegenstrijdigheid tussen de vonnissen die zijn uitgesproken door nationale en internationale rechtbanken. Terwijl eerstgenoemden, onder leiding van het Hooggerechtshof, blijven bevestigen dat de elektriciteitshervormingen in overeenstemming zijn met de Spaanse wet, zijn de internationale gerechtshoven kritischer geweest.
In veel van deze gevallen zijn internationale rechtbanken van mening dat Spanje, door drastische en met terugwerkende kracht verlaagde premies door te voeren, de eerlijke en rechtvaardige behandeling heeft geschonden die aan investeerders moet worden gegarandeerd. Nationale rechtbanken stellen echter dat de staat het recht heeft zijn beleid te wijzigen als het economisch onhoudbaar is.
Bovendien bestaat er vanuit het standpunt van de Spaanse rechtbanken geen geconsolideerd recht op een zekere winstgevendheid voor de toekomst. Wijzigingen in de premies worden daarom niet als retroactief beschouwd, maar slechts als noodzakelijke aanpassingen om de duurzaamheid van het elektriciteitssysteem te garanderen.
Milieukwesties bij elektrische hervormingen
Een van de grote ironieën van deze situatie is dat dezelfde elektriciteitshervorming, die de economische duurzaamheid van het systeem wilde garanderen, een negatief effect heeft gehad op de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen, een van de belangrijkste pijlers in de strijd tegen de klimaatverandering.
Talrijke hernieuwbare energiecentrales, vooral in de fotovoltaïsche sector, hebben hun activiteiten lamgelegd of bevinden zich in een zeer gecompromitteerde financiële situatie. De daling van de premies heeft de levensvatbaarheid van veel projecten rechtstreeks beïnvloed, waardoor de groei van schone energie in Spanje is vertraagd.
De hervorming viel echter ook samen met een context van mondiale economische crisis die veel bedrijven in de sector al dwong hun plannen aan te passen. Hoewel sommige deskundigen erop wijzen dat de impact van de hervorming doorslaggevend was in de verlamming van nieuwe projecten, beweren anderen dat de vertraging onvermijdelijk was, gezien de mondiale context van economische recessie en de daling van de prijs van fossiele brandstoffen.
Individuele stemmingen: het juridische debat binnen het Hooggerechtshof
Binnen het Hooggerechtshof zelf deelden niet alle magistraten de beslissing om de beroepen van producenten van zonne-energie af te wijzen. In de uitspraak van 5 september presenteerde rechter Eduardo Espín Templado een afwijkende mening, met het argument dat er sprake was van terugwerkende kracht die in strijd was met de wet, en dat de bezuinigingen alleen op nieuwe fabrieken hadden mogen worden toegepast.
Bovendien presenteerde rechter María Isabel Perelló Doménech ook een afwijkende mening, waarin hij de situatie van fotovoltaïsche producenten omschreef als een “voorbeeld van rechtsonzekerheid” dat veel bedrijven in de sector in een kritieke situatie had gebracht.
Deze afwijkende stemmen geven aan dat er, zelfs binnen het Spaanse rechtssysteem zelf, geen volledige consensus bestaat over de wettigheid van de hervormingen die door de regering van de Populaire Partij worden gepromoot. Het feit dat deze meningen vanuit het Hooggerechtshof worden gepresenteerd, voegt een belangrijke nuance toe aan de complexe situatie waarmee de duurzame energiesector in Spanje wordt geconfronteerd.
Toekomst van hernieuwbare energieën in Spanje
Ondanks alle problemen die voortkomen uit premieverlagingen en rechtszaken, heeft de duurzame energiesector in Spanje nog steeds een enorm potentieel. Volgens de strategische plannen van de regering en de Europese Unie zullen hernieuwbare energiebronnen de komende decennia essentieel zijn om de doelstellingen van het koolstofarm maken van de economie te verwezenlijken.
Het land beschikt over uitzonderlijke geografische omstandigheden voor de productie van zonne- en windenergie, en het is te verwachten dat de ontwikkeling van deze technologieën in de nabije toekomst zal worden bevorderd. Deskundigen wijzen er echter op dat het van cruciaal belang zal zijn om een stabiel en betrouwbaar juridisch kader tot stand te brengen dat rechtszekerheid en investeerdersvertrouwen garandeert, iets waar sinds de hervorming van 2013 sterk vraagtekens bij staan.
Met de verandering in het energiebeleid en de leidende rol van hernieuwbare energiebronnen in de strijd tegen de klimaatverandering is het te voorzien dat toekomstige regeringen het stimuleringssysteem zullen moeten herzien om nieuwe projecten aan te trekken.
Tenslotte moet worden benadrukt dat de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen niet alleen vanuit economisch oogpunt een prioriteit is, maar ook vanuit milieuoogpunt. Naarmate de gevolgen van de klimaatverandering toenemen, wordt de noodzaak om te vertrouwen op schone, veilige en duurzame technologieën steeds urgenter.