In recent nieuws werd de macro boerderijen hebben tot grote controverses en publiek debat geleid, vanwege hun gevolgen voor zowel het dierenwelzijn als het milieu. Hoewel velen van deze faciliteiten hebben gehoord, begrijpen maar weinig mensen volledig wat ze zijn en welke impact ze hebben, zowel lokaal als mondiaal.
In dit artikel gaan we ons verdiepen de impact van macroboerderijen op het milieu en de implicaties ervan voor duurzaamheid, diergezondheid en plattelandsgemeenschappen.
Wat zijn macroboerderijen?
De term 'macroboerderijen' wordt vooral gebruikt op milieugebied, al bestaat er nog geen officiële definitie. A macroboerderij verwijst doorgaans naar grootschalige veehouderijen die intensief vlees produceren. In deze faciliteiten worden dieren zoals varkens, koeien en kippen vaak onder extreme omstandigheden opgesloten, zonder toegang tot frisse lucht of het vermogen om zich natuurlijk te gedragen.
Het systeem intensieve productie Op deze boerderijen kunnen duizenden dieren op een kleine ruimte worden gehuisvest. In varkensstallen kunnen bijvoorbeeld tussen de 7.200 en 10.000 varkens worden gehuisvest, wat in een jaarcyclus kan oplopen tot in totaal 21.600 varkens. De dieren worden gevoerd met voer en gehouden in kooien of nauwe ruimtes die hun bewegingen beperken, waardoor een omgeving ontstaat die bevorderlijk is voor de verspreiding van ziekten en een toename van vervuilende emissies.
Dit model heeft zich in verschillende delen van de wereld verspreid, met speciale nadruk op landen als Spanje, dat een van de grootste producenten en exporteurs van vlees is geworden, vooral in de varkensvleessector.
Hoe macroboerderijen ontstonden
De macro boerderijen Ze zijn niet van de ene op de andere dag ontstaan. Historisch gezien is grootschalige voedselproductie gekoppeld aan kleine familieproducenten die voor hun land en vee zorgden. Met de wereldwijde toename van de vraag naar vlees veranderde het productiemodel echter drastisch.
Deze modelverandering werd veroorzaakt door grote vlees bedrijven die de productie willen maximaliseren en de kosten willen verlagen. Deze bedrijven zijn nu eigenaar van het vee en de faciliteiten, terwijl lokale boeren alleen toezicht houden op processen en afvalbeheer, zoals drijfmest (een mengsel van uitwerpselen en urine). Deze verandering heeft geleid tot aanzienlijke druk op kleine boeren, die moeite hebben om te concurreren met deze grote industriële faciliteiten.
In veel plattelandsgebieden is de familiale veehouderij vervangen door industriële macroboerderijen die kwantiteit boven kwaliteit stellen. Dit heeft ook negatieve gevolgen gehad voor de werkgelegenheid en de ontvolking op het platteland, omdat macroboerderijen veel minder personeel nodig hebben als gevolg van de automatisering van hun systemen.
Milieu-impact van macroboerderijen
De grootste zorg over macroboerderijen is dat ze aanzienlijk zijn milieu-impact. Er zijn verschillende factoren die bijdragen aan deze impact:
- Emissies van broeikasgassen: Macroboerderijen zijn belangrijke bronnen van de uitstoot van gassen als methaan (CH4) en lachgas (N2O). Beide zijn broeikasgassen die veel krachtiger zijn dan koolstofdioxide (CO2). Met name de varkensvleessector stoot ongeveer 45% van de totale methaanuitstoot in Spanje uit.
- Waterbesmetting: De grote hoeveelheden geproduceerde mest en drijfmest worden opgeslagen in grote vijvers, waardoor vaak chemicaliën en mineralen zoals nitraten in het grondwater terechtkomen. In veel regio's van Spanje is 23% van het grondwater verontreinigd met nitraten, wat de door de WHO toegestane niveaus overschrijdt.
- Verbruik van waterbronnen: Voor de vleesproductie op macroboerderijen zijn grote hoeveelheden water nodig. Een varken kan tot 12 liter water per dag verbruiken, wat, opgeteld bij het water dat nodig is om de faciliteiten schoon te maken, een onevenredige vraag naar water creëert om deze faciliteiten draaiende te houden.
Naast deze factoren is de intensieve veehouderij afhankelijk van de import van voer om de dieren te voeden, wat leidt tot de ontbossing van gebieden in andere landen om sojabonen en andere granen te verbouwen, waardoor de mondiale ecologische impact van dit productiemodel verder wordt verergerd.
Dierenwelzijn op macroboerderijen
Dierenwelzijn is een van de meest controversiële punten met betrekking tot macroboerderijen. In deze faciliteiten brengen dieren het grootste deel van hun leven opgesloten door in onvoldoende ruimtes, waardoor ze zich niet vrij kunnen bewegen of hun natuurlijke gedrag kunnen uiten. Deze omgeving draagt bij aan hoge niveaus van stress en lijden.
Varkens, koeien en kippen op grote boerderijen lijden bijvoorbeeld vaak aan open wonden, infecties en mobiliteitsproblemen als gevolg van overvolle omstandigheden. Om ziekten te voorkomen is bovendien het wijdverbreide gebruik van antibiotica gebruikelijk, wat heeft geleid tot de opkomst van antibiotica antimicrobiële resistentie.
Daarbij komt nog dat de dieren zelden toegang hebben tot de buitenlucht of natuurlijk licht en de faciliteiten pas verlaten wanneer ze naar het slachthuis worden vervoerd. Deze korte maar intens stressvolle levenscyclus beïnvloedt zowel hun levenskwaliteit als de kwaliteit van het verkregen vlees.
De botsing tussen overheden en macroboerderijen
Macroboerderijen hebben ook geleid tot felle politieke debatten in verschillende Europese landen. In Spanje wezen verklaringen van de minister van Consumentenzaken, Alberto Garzón, uit 2021 openlijk op de schade aan plattelandsgemeenschappen en het milieu die door deze voorzieningen wordt veroorzaakt. Dit veroorzaakte een geschil tussen de veehouderijsectoren, politieke partijen en milieuorganisaties.
Ondertussen is de Europese Commissie heeft maatregelen genomen tegen Spanje omdat het zich niet houdt aan de regelgeving inzake nitraatverontreiniging, een probleem dat rechtstreeks verband houdt met macroboerderijen en hun afvalbeheer. Op EU-niveau voeren Frankrijk en Duitsland ook hervormingen door om de impact van grote veehouderijen te verminderen.
Op zijn beurt heeft de industriële veehouderij in de Verenigde Staten een oligopolie voortgebracht dat gedomineerd wordt door grote bedrijven. De groeiende bezorgdheid over de gevolgen voor het milieu en dierenmishandeling hebben echter geleid tot het voorstel van een Wet op de hervorming van het landbouwsysteem dat tot doel heeft de uitbreiding van macroboerderijen te beperken, een initiatief dat wordt gesteund door president Joe Biden.
Het gebrek aan effectieve regelgeving en economische druk hebben het mogelijk gemaakt dat macroboerderijen zich konden blijven uitbreiden, ondanks de afwijzing van veel lokale gemeenschappen en verdedigers van milieu- en dierenrechten.
Uiteindelijk vertegenwoordigen macroboerderijen een paradox: hoewel ze een grote hoeveelheid vleesproducten leveren tegen relatief lage prijzen, zijn de gevolgen voor het milieu en het dierenwelzijn onmiskenbaar. Tegelijkertijd voelen veel plattelandsgemeenschappen de negatieve gevolgen voor hun levenskwaliteit en natuurlijke hulpbronnen.