La COP16, gehouden in Cali, Colombia, tussen 21 oktober en 1 november 2024, was een belangrijke gebeurtenis voor het behoud van de biodiversiteit. Hoewel er belangrijke vooruitgang is geboekt, gebrek aan afspraken over belangrijke kwesties zoals de financiering Hij verliet de top met een bitterzoete smaak en grote uitdagingen in het verschiet.
Het evenement bracht meer dan 20.000 afgevaardigden uit bijna 200 landen samen in de derde grootste stad van Colombia. De agenda was gericht op de uitvoering van de Kunming-Montreal Mondiaal Biodiversiteitsraamwerk, een baanbrekende overeenkomst die in 2022 werd aangenomen en die tot doel heeft het verlies aan biodiversiteit tegen 2030 een halt toe te roepen en terug te draaien. Na enkele dagen van intensieve onderhandelingen bleven veel belangrijke kwesties echter onopgelost.
Wat werd er bereikt tijdens COP16 in Cali?
Een van de meest opmerkelijke prestaties van COP16 was de oprichting van de Cali-achtergrond, een mechanisme dat is ontworpen om de voordelen die voortvloeien uit het gebruik van te herverdelen digitale sequenties van genetische hulpbronnen (DSI). Bedrijven in sectoren als de farmaceutische sector, cosmetica en biotechnologie kunnen een percentage van hun winst of inkomen aan het fonds bijdragen.
El 50% van het ingezamelde geld gaat naar lokale en inheemse gemeenschappen, die van oudsher de hoeders van de biodiversiteit zijn geweest. Hoewel sommigen de overeenkomst als een belangrijke stap beschouwen, beschouwen anderen deze als onvoldoende, aangezien de deelname van het bedrijfsleven vrijwillig zal zijn. Oscar Soria, van de NGO Common Initiative, benadrukte dat de effectiviteit van het fonds grotendeels zal afhangen van de bereidheid van bedrijven om bij te dragen.
Erkenning van inheemse en Afro-afstammelingen
Een andere grote vooruitgang was de opname van een permanent hulporgaan voor inheemse volkeren en lokale gemeenschappen binnen het Verdrag inzake Biologische Diversiteit (CBD). Voor het eerst zullen deze gemeenschappen een formele adviesruimte krijgen binnen de internationale biodiversiteitsonderhandelingen, waardoor actieve deelname aan de besluitvorming wordt gegarandeerd.
Ook de erkenning van de rol van Afro-afstammelingen in het behoud van biodiversiteit Het was weer een mijlpaal. Hoewel dit voorstel aanvankelijk op weerstand stuitte van Afrikaanse landen en de Europese Unie, werd het uiteindelijk goedgekeurd dankzij het leiderschap van Colombia en Brazilië.
Het grote obstakel: de financiering
Ondanks de vooruitgang werd COP16 gekenmerkt door een gebrek aan consensus over de financieringskwestie. Een van de belangrijkste doelstellingen van het Global Biodiversity Framework was mobiliseren Jaarlijks 20.000 miljard dollar tot 2025 y 30.000 miljoen tot 2030, bedoeld om ontwikkelingslanden te ondersteunen bij hun inspanningen om de biodiversiteit te beschermen. De onderhandelingen liepen echter vast en werden uiteindelijk opgeschort vanwege een gebrek aan quorum tijdens de plenaire vergadering van 2 november.
De meeste landen in Afrika en Latijns-Amerika riepen op tot de oprichting van een specifiek fonds voor biodiversiteit, onafhankelijk van het huidige Global Environment Fund (GEF), iets dat de Europese Unie botweg verwierp. Door de patstelling in de gesprekken bleef de goedkeuring van een duidelijke strategie om de noodzakelijke middelen te mobiliseren in de wacht staan.
Astrid Schomaker, uitvoerend secretaris van het CBD, benadrukte aan het begin van de conferentie dat het succes van COP16 grotendeels afhing van het vermogen om deze middelen te mobiliseren. Na de opschorting noemden veel organisaties zoals Greenpeace het resultaat echter een "mislukking", terwijl WWF zijn bezorgdheid uitte over de toekomst van de biodiversiteitsdoelstellingen als de financieringstekorten niet zouden worden gedicht.
Mondiale doelstellingen in gevaar
Een van de belangrijkste problemen waarmee COP16 te maken kreeg, was dat slechts 44 van de 196 landen presenteerden hun volledige nationale biodiversiteitsplannen, een onvoldoende aantal om de doelstellingen van 2022 te halen. Het Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework vraagt landen om tegen 30 2030% van de ecosystemen in de wereld te beschermen, maar omdat er zo weinig nationale actieplannen zijn opgesteld, lijkt de doelstelling steeds ongrijpbaarder.
De vertraging bij de presentatie van plannen, evenals het ontbreken van een financieringsovereenkomst, brengt de verwezenlijking van de natuurbehoudsdoelstellingen in gevaar, wat een ernstige klap zou kunnen zijn voor de mondiale inspanningen om het verlies aan biodiversiteit een halt toe te roepen.
Het positieve: ongekende deelname en de COP van het volk
Hoewel het gebrek aan financieringsovereenkomsten een tegenvaller was, werd COP16 door Susana Muhamad, voorzitter van de top en minister van Milieu van Colombia, gedoopt als de “De COP van het volk”. De deelname van het maatschappelijk middenveld was uitstekend en slaagde erin een ware aantrekkingspool te vormen met de zogenaamde Groene Zone, een ruimte waar burgers, kleine bedrijven, NGO's en lokale gemeenschappen hun voorstellen en initiatieven konden delen.
Minister Muhamad benadrukte het belang van het verenigen van de stemmen van inheemse volkeren, lokale gemeenschappen en jongeren, die een fundamentele rol spelen in de strijd om de biodiversiteit te redden. Volgens overheidscijfers trok de Groene Zone meer dan 800.000 mensen tijdens de twee weken van het evenement, wat de groeiende mondiale zorg voor milieubescherming aantoont.
Volgende stappen richting COP17
Met de opschorting van COP16 wordt verwacht dat de discussies over de financiering in de komende jaren zullen worden hervat tussentijdse bijeenkomst in Bangkok in de aanloop naar COP17, die in 2026 in Armenië zal worden gehouden. De onderhandelingen zullen zich moeten concentreren op de manier waarop de middelen kunnen worden gemobiliseerd die nodig zijn om het Global Biodiversity Framework te implementeren en hoe ervoor kan worden gezorgd dat meer landen hun nationale actieplannen indienen.
De uitkomst van deze onderhandelingen zal van cruciaal belang zijn voor het behouden van de hoop om de mondiale biodiversiteitsdoelstellingen te verwezenlijken voordat het te laat is. Met minder dan zes jaar om de doelstellingen voor 2030 te bereiken, is tijd van essentieel belang en zullen de beslissingen die tijdens de volgende bijeenkomsten worden genomen beslissend zijn voor de toekomst van de biodiversiteit op onze planeet.
Zonder twijfel is COP16 in Cali een top geweest vol ups en downs, met belangrijke vooruitgang maar ook grote uitdagingen. Hoewel de oprichting van het Cali-fonds en de erkenning van lokale gemeenschappen aanzienlijke vooruitgang zijn, laten het gebrek aan financiering en de vertragingen bij de presentatie van nationale biodiversiteitsplannen veel van de hoop die op deze top werd gevestigd in de lucht varen.